Vandaag weer een auto gehuurd. We zijn met zijn allen naar de vulkaan Agung Kintamani gereden. Btw, rijden in Bali gaat anders dan in Nederland. Ten eerste rijden za aan de linkerkant van de straat. Ten tweede schijnen er wel verkeersregels te zijn, maar volgens de bewoners van Bali, doet iedereen eigenlijk maar wat. En dan nog de vele, vele motortjes die om je heen rijden in de al drukke straten. Op het eerste gezicht lijkt dit een ongelofelijke chaos om in te rijden, maar na een tijdje valt het toch wel mee (met een goede navigator naast je) Je moet gewoon een beetje opletten... Bij de kruispunten kijk je de kat een beetje uit de boom, meestal gaat het wel vanzelf goed.
De Kintamani was een klein uurtje rijden. Boven aangekomen, moet je je eerst door de verkopers heen worstelen. Dat was weer even wennen. Kleine meisjes die met het meest onschuldige gezicht je allerlei prulleria willen verkopen voor 30 USD (half maandsalaris hier)We probeerden nog wat geld uit een ATM (geldapparaat) te halen, maar hij deed het niet. Nu maar hopen dat het niet van de rekening wordt gehaald :-(
Met de auto omlaag naar het meer gereden, langs de dorpjes die in 1963, door een uitbarsting verloren zijn gegaan. Aan de rechterkant van de weg zagen we opeens een bord met de tekst dat er een heetwaterbron was te bezoeken. Het bleek een soort zwembad te zijn met heetwater rechtstreeks uit de grond. Kevin en ik (Peter) hebben een kaartje gekocht, en hebben even een kleine 45 minuten lekker in het hete water gedobberd. Inclusief een gratis Cold Drink, en een te lenen handdoek. Er waren ook 2 Japanse meisjes in bikini aan het zwemmen. Dit was kennelijk voor de bouwvakkers die met een nieuw bad ernaast bezig waren, een belangrijk moment, want de hele bouw lag stil om deze meiden aan te gapen.Ook nog even met een student bouwkunde gesproken. Hij wilde graag s'avonds nog langskomen om wat over zijn studie te vertellen.
Op de weg terug hadden we een afslag verkeerd genomen, en kwamen terecht op de noordelijke weg van de kraterrand. Op een gegeven moment stond er een Balinese dame op de weg naar ons te gebaren. Onze auto en wij zelf moesten nog gezegend worden. We kregen van die kleine offerbakjes in de auto en er werd rijst op onze voorhoofden geplakt. We voelden ons uiteraard vereerd :-) Totdat ze opeens pifty roepiah wilde. Huh vijftigduizend roepiahs voor iets wat je niet gevraagd hebt? We boden een veel lager bedrag, maar daar wilde ze niets van weten... Toen ik glimlachend de bakjes weer wilde teruggeven washet aanzienlijk lagere bedrag wel goed.
Op de terugweg in Klungkung een hapje bij een klein chinees restaurant gehaald. De man had nog een echte Batavusfiets in het restaurant staan. Was nog van zijn opa geweest. Na het restaurant voor de jongens en Karel (neefje van Kevin) rolkussens bij een Indier gekocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten